Tasting notes: de ‘R’ van Ruinart
Ruinart is het oudste nog bestaande champagnehuis. Het werd opgericht in 1729. Ruinart is tegenwoordig onderdeel van de prestigieuze groep LVMH die ook Moët & Chandon en Louis Vuitton bezit. Ik heb het champagnehuis nog niet bezocht, maar het complex in Reims schijnt de moeite waard te zijn. Mijn bezoek van binnenkort aan de champagne geeft me wel een mogelijkheid in handen om voet te zetten op de heilige Ruinart-grond… Ik houd je op de hoogte.
Enfin. Champagne! De ‘R’ van Ruinart. Veilig bewaard in de kenmerkende bolle Ruinart-fles: ik vind ‘m geweldig! Niet handig in elke koeling. Niet handig met elke koeler. Maar wel mooi om te zien. De fles gaat open… Het plopje is chic. De wijn is goed gekoeld. En al snel bruist het flink in het glas. Een prachtige, goudkleurige champagne vult het glas dat voor me staat. Hier word je blij van. Over de diepte van de goudkleur volgt overigens een discussie. Naar mijn mening is de champagne donkergoudkleurig, maar anderen benoemen de tot als ‘lichte, heldere goudkleur’. Als je niet kunt slapen voor je weet wat het nu is, moet je misschien zelf nog even een goede reden verzinnen om vanavond iets te vieren…
Wat heb ik in het glas?
60% pinot noir. 40% chardonnay. Een petitje pinot meunier. 15% is gemaakt van reserve-wijnen die maximaal zeven jaar oud zijn en tenminste drie jaar hebben mogen rijpen in Reims. (Lekker, hè: rijpen in Reims.) Een blend van wijnen uit verschillende jaren (non-millésimé). En volgens Ruinart zelf de “originele expressie van de Ruinart-Smaak”.
Wat zeggen de ‘echte kenners’?
De elegantie die chardonnay kan hebben, viert hoog in deze champagne. Althans, als ik de mensen moet geloven die er écht verstand van hebben. (En die dus niet, zoals ik, maar wat kijken, ruiken, proeven, lezen en schrijven. Die niet zómaar wat op jacht gaan, ontdekken en bediscussiëren…) Deze Ruinart staat bekend als “een van de beste non-millésimé champagnes van dit moment”. En van de benamingen die Wine Spectator en Wine Enthusiast gebruiken, kun je enkel smullen: ”een gevaarlijke verleider, een complexe toast met aardse tonen, maar ook rode bes en vanille”. Het moest gezegd.
Tasten dan maar!
Vol in de neus. Rijk in aroma. Meer en meer. Duidelijk veel wit fruit. En daar is-ie weer sinds lange tijd: de butterscotch! Je slaat er niet steil van achterover, maar de tonen in mijn neus beloven een fijne eerste slok.
Proeven! De slok verrast me. De champagne is nog veel zachter dan ik had verwacht. Ik heb de laatste tijd aardig in z’n zuren gedronken, dus de zachte, volle smaak van deze brut is welkom. Ook de bruis is vol en zacht. Rood fruit nu. Maar ook een vleugje honing en veel noten. Hazelnoten, amandelen… Dat soort werk. Bij de tweede slok beoordeel ik de afdronk. Die is lang en uitnodi-
gend. Een groen appeltje post op het vervaagt langzaam. Leuk, die wipwap van het knapperig appelzuurtje en de romigheid van de rest. Dat laatste is trouwens wel goed om te vermelden: de champagne komt een beetje ‘boterig’ over. Ik vergelijk het gewoon lekker ordinair met de boterigheid die je van chardonnay misschien kent. Natuurlijk met daarbij de sidenote dat de elegantie van deze wijn goed tegen dat romige op kan. Ermee speelt en danst en in je mond.
Waar drink je Ruinart bij?
Wij drinken de champagne vooraf. En we schenken nog even glas bij de gegrilde zalm. Maar een witvis of een stukje kip kan er ook prima bij. Misschien zelfs beter! Oesters, schaal- en schelpdieren… Het was voor nu niet haalbaar om de erbij te serveren. Volgende keer! En ach, misschien wel niet… Gewoon zo als aperitief heeft de champagne voor mij de meeste betekenis. Je kunt er heel langzaam geweldig van genieten.
Wrap it even up…
Tsja, ik kan niet niet enthousiast zijn over deze champagne. Flink aan de prijs. Als je dat meeweegt, niet mijn eerste keuze. Maar qua smaak in veel gevallen een schot in de roos. Tenzij je liefhebbers van zuren hebt. Die kun je genoeg andere bruisende wijnen serveren, zoals deze Reichsrat Von Buhl Sekt. Maar goed, de ‘R’ van Ruinart! Het was me een genoegen.